Kletskop, koggetje, kozak: het zijn zomaar wat willekeurige namen van koekjes die je tegenkomt in het ‘gebakwoordenboek’ van René Dings. In het fraai gebonden boekje Van Appelbol tot Zeeuwse bolus verzamelde hij allerlei wetenswaardigheden rondom bekende en minder bekende taarten, cakes en koekjes. Hij schrijft over de herkomst, vertelt persoonlijke anekdotes en geeft je achtergrondinformatie over bijvoorbeeld de bedenker van de éclair, Antonin Carême.

René Dings is gek op taal en schreef eerder over het ontstaan van straatnamen en onjuist spatiegebruik. (Wie in dat laatste is geïnteresseerd, moet vooral een kijkje nemen op Dings’ vermakelijke platform daarover.) In Van Appelbol tot Zeeuwse bolus citeert hij regelmatig uit de oude kookboeken die hij als bron gebruikte. Bovendien kon hij bij twijfel een beroep doen op Matthijs Stoffer, premier patissier uit Delft, die zich als vraagbaak liet gebruiken.

Van Appelbol tot Zeeuwse bolus begint met een voorwoord en zeer beknopte geschiedenis van het banketbakken van 2000 vóór Christus tot nu. René legt uit dat de herkomst van een baksel soms lastig vast te stellen is. Hij  waarschuwt dat er nogal wat broodje-aapverhalen de ronde doen, bijvoorbeeld over het bokkenpootje (dat dus niets met de duivel van doen heeft). Hij heeft gemerkt dat gebak aan verandering onderhevig is. Bakkers zijn eigenwijs en passen recepturen aan.

Een boek als dit kan onmogelijk compleet zijn, er vielen ook heel wat baksels af. René’s selectie is een afspiegeling van wat veel gebakken, verkocht en gegeten wordt, met hier en daar wat persoonlijke voorkeur. Dat laatste verklaart wellicht waarom de in Nederland weinig bekende Boston cream pie en Lebkuchen wél, maar bijvoorbeeld taaitaai en Weesper moppen níet zijn opgenomen. Op alfabetische volgorde ga je langs nationaal en internationaal bakwerk. Arretjescake, Bossche bol en gevulde koek, maar ook brownie, cannoli en oreo passeren de revu.

Sommige verhalen zijn nagenoeg bekend (neem de band tussen Roald Dahl en de Arnhemse meisjes) en wie grondiger in het nationaal bak-erfgoed wil graven, kijkt vooral ook eens in Het Nederlands Bakboek. Toch levert dit boek een aardige verzameling weetjes op. Wist je bijvoorbeeld dat eierkoeken wel werden begraven om onkruid te bestrijden? Dat de makroon en macaron nu twee verschillende koekjes zijn, maar ooit hetzelfde waren? Dat de met oudjaar veelvuldig gegeten opgerolde oblie de geheimen van het nieuwe jaar bevat? Een goede reden om die kniepertjes binnenkort weer eens te maken of in huis te halen! Voor wie niet alleen geïnteresseerd is in de smaak en kraak van een zelfgebakken koekje, maar een portie culinaire geschiedenis kan waarderen, is dit een mooi cadeautje.

Van Appelbol tot Zeeuwse bolus: gebakwoordenboek – René Dings – Nijgh Cuisine – ISBN 9789038807386 – €15,-
gebakwoordenboek.nl

Ook zo weg van die pastelkleurige taartjes op het omslag? Ze zijn van de 99-jarige Amerikaan Wayne Thiebaud die vorig jaar nog exposeerde in Museum Voorlinden.