Als de abrikozen morgen bloeien is een hartverscheurende roman over de helende kracht van voedsel, over familie, liefde en rouw.
`Er is een gezegde in het Arabisch: Bukra fil mish mish. ‘Als de abrikozen morgen bloeien.’ Of, in andere woorden, misschien morgen. Dat bleef ik maar denken. Morgen zou ik het doen, morgen.’
De veertienjarige Lorca kan urenlang door kookboeken bladeren, op zoek naar recepten voor haar moeder, die lange dagen maakt als chefkok. Met name zoekt ze naar het recept voor masgouf , het lievelingsgerecht van haar moeder, in een laatste poging te voorkomen dat ze naar kostschool wordt gestuurd. Want Lorca is een kwetsbaar meisje met veel problemen (zo veroorzaakt ze brand- en snijwonden bij zichzelf, om de pijn daarvan te voelen en niet haar eigen emotionele pijn) en haar moeder weet niet meer wat ze met haar aan moet.
De joodse Victoria is een weduwe van tachtig die eind jaren veertig vanuit Irak naar New York is gevlucht om een nieuw leven op te bouwen. Zij en haar man joseph hadden een Iraaks restaurant, maar na zijn dood heeft ze de zaak gesloten. Wanneer ze begint met het geven van kooklessen, verwacht ze niet dat een getroebleerde tiener haar eerste leerling wordt.
Terwijl het ongelukkige meisje en de eenzame weduwe tijdens het bereiden van amandelpistachekoekjes en baklava een steeds hechtere band opbouwen, beginnen ze te vermoeden dat ze misschien wel eens familie van elkaar zouden kunnen zijn…
Als de abrikozen morgen bloeien is een indringende en smakelijke debuutroman, met achterin het recept voor masgouf. Een aanrader voor liefhebbers van Joanne Harris’ roman Chocolat of Julie & Julia van Julia Powell.
(Jessica Soffer – Als de abrikozen morgen bloeien, Uitgeverij Orlando, ISBN 9789492086198, prijs 19,95)